Toen ik nog een tiener was, opende mijn vader voor mij de verborgen wereld van de bijen. Hij begon met bijenhouden, niet enkel uit een passie voor honing, maar omdat hij door zijn rugklachten gedwongen werd een andere weg te zoeken. In zijn zoektocht naar genezing ontdekte hij de kracht van bijengif, een natuurlijke remedie die hem behoedde van een rugoperatie waaraan de medische wereld zo graag had toegezegd, zonder nooit volledig de risico’s en de gevolgen te belichten. Op zijn vastberadenheid na te gaan, werd bijengif voor hem een levenslijn, een subtiele dans tussen mens en natuur.
Samen begonnen we aan een reis vol ontdekking. Met onbevangen nieuwsgierigheid leerde hij me niet alleen praten met de bijen, maar – nog belangrijker – te luisteren naar hun stille verhalen. Het was in de zachte zoemende taal van de insecten dat ik leerde over doorzettingsvermogen, over het vertrouwen in een natuurkracht die wij mensen nauwelijks te bevatten vermoeden. Ik herinner me de keer dat ik, in de ergernis van de realiteit en het wonder van de natuur, de water halende bijen – de laatste dienaren, die in hun laatste dagen geen honing of stuifmeel verzamelden maar water – moest vangen en op zijn rug laten prikken. Soms waren het er meerdere tegelijk, en altijd met de wetenschap dat hij, ondanks de risico’s, niet allergisch was voor deze illustere remedie. Een chirurg, gewend aan operatieve ingrepen, had nog nooit gezien hoe een rug, waarvan men dacht dat deze operatief hersteld moest worden, plotseling verbeterde dankzij de subtiele aanraking van de natuur.
De betovering van deze wereld manifesteerde zich al vroeg in mijn leven. Niet te missen in mijn herinneringen is het bezoek aan de imker, een soort levende spreekbeurt waarvoor ik de rol van verteller op mij nam. Mijn vader, hoewel hij in het gewone leven voldoende Nederlands sprak, vond het moeilijk om de bijzondere details en de magie van de bijenkunde over te brengen. Zo werd ik aangewezen als de mond van onze gezamenlijke kennis. We stonden daar, vol vuur om alles te delen over die wezens die ons zoveel te leren hadden over samenwerking, eenvoud en complexiteit – een levend mysterie dat wij mensen maar amper te doorgronden scharen.
Zestien jaar na zijn overlijden blijft zijn afdruk in mij levend. Iedere keer als ik de bijen observeer en met hen in dialoog ga, voel ik zijn onzichtbare aanwezigheid. Het lijkt wel alsof hij met elke zoemende vleugelslag zachtjes aan mijn oor fluistert: “Wat zie je? Wat hoor je? Wat voel je?” De bijen dragen een wijsheid in zich die de menselijke verstandhouding ver te boven gaat. Het is een eer dat zij ons toelaten even in hun intieme wereld te mogen gluren. Wij, als onvolmaakte wezens, hebben de plicht hen datgene terug te geven wat zij ons schenken; de pure schatten van de natuur vereisen onze zorg en respect.
Het was op de verjaardag van mijn vader dat deze interculturele symfonie compleet werd. Op 20 mei, een dag die de bijen – en daarmee hem – eer toekent als de wereld dag van de bijen, vond ik een bijzondere betekenis. Voor mij is deze dag een heilige herinnering aan de cirkel van leven en de stille, eeuwige verbinding tussen mens en natuur. Ik droom er zelfs van dat ik na mijn dood terugkeer als een bijenkolonie, een symbool van eeuwig leven en de onbreekbare band met deze fascinerende wezens.

Naast zijn helende experimenten met bijen stond mijn vader, Jan Reszczynski, ook bekend om zijn bijzondere honingdrank, de "Miodówka". Deze drank – een unieke honing mengsel verrijkt met talloze kruiden die de energie van de aarde en de warmte van de zon vasthielden – had de kracht om deuren te openen en vriendschappen te smeden tussen mensen van alle standen en werelden. Helaas is het authentieke recept met de tijd verloren gegaan, en om negatieve herinneringen te vermijden kies ik ervoor om mij enkel te richten op de positieve energie die deze drank ooit in zich droeg. In plaats daarvan vertrouw ik op de fluisteringen van de bijen, in de hoop dat zij mij ooit de geheime ingrediënten zullen onthullen zodat ik deze bijzondere drank opnieuw kan creëren.
Na het heengaan van mijn vader veranderde ook de wereld van de bijenkolonies. Een keer stonden de bijenkasten op een stand in Betekom, en na zijn overlijden leek het alsof zijn afwezigheid de bijen raakte: de kasten waren plotseling leeg, en alle bijen waren weg gezwermd. Mijn hart was gevuld met verdriet, maar in de late lente herinnerde de natuur mij eraan dat niets definitief is. Toen ik, met wat moed, het dak van een ooit verlaten bijenkast afnam, klonk daar plotseling het vertrouwde gezoem van een levendige kolonie. Ik trok snel het imkerspak van mijn vader aan en zocht zijn oude materiaal op, gewapend met de hoop dat de bijen samen met de imker op een symbolische zielsreis zouden gaan – op zoek naar hun verloren meester.
En alsof de natuur zelf bleef vertellen en genezen, verscheen er in één van de kasten een nieuwe koningin. Voor mij was dit een onmiskenbaar teken dat de bijen mij wilden volgen, dat zij hun weg met mij wilden vervolgen. Ondanks de beperkte ruimte en de uitdagingen groeide er een prachtig volkje; de eerste honing waar ik van proefde was bijzonder: hemels van smaak en helend in zijn werking, als een subtiele transformatie op zielsniveau.
Dank je wel, vader. Dank je wel, natuur… Mijn hart blijft luisteren naar hun boodschap, en ik draag de verhalen van de bijen – en jou – met liefde en respect in mij.
Reactie plaatsen
Reacties