MASTJAAR , wat is dat?

Gepubliceerd op 2 oktober 2025 om 09:59

Wat me dit najaar opvalt, is hoe rijk de eiken zijn beladen met vruchten. De grond onder hun kruinen ligt bezaaid met eikels, alsof de bomen hun overvloedige oogst gul hebben uitgestrooid.

Tijdens wandelingen door het bos, of gewoon langs de randen van de velden, valt het niet te ontkennen: dit is een mastjaar.

Het woord duikt ook steeds vaker op in gesprekken, in nieuwsberichten, in de fluistering van de natuur zelf.

Maar wat betekent dat eigenlijk, een mastjaar?

 

Een mastjaar is een bijzonder fenomeen waarin bomen, vooral loofbomen zoals eik, beuk en hazelaar, in één seizoen uitzonderlijk veel zaden en vruchten produceren. Het is geen jaarlijks terugkerend ritueel, maar eerder een grillige, mysterieuze beslissing van het bos.

Soms gebeurt het eens in de drie tot vijf jaar, soms met langere tussenpozen. En wanneer het gebeurt, lijkt het alsof de bomen het onderling hebben afgesproken: plots dragen ze samen overvloed, alsof ze een collectieve impuls volgen die ons mensen ontgaat.

 

In de natuur heeft dit massale zaaien een diepere betekenis.

Het is een strategie van overleving. Door in één seizoen zoveel zaden te produceren, raken zaadetende dieren zoals muizen, eekhoorns en wilde zwijnen verzadigd.

Ze kunnen onmogelijk alles opeten. Zo krijgen meer zaden de kans om te ontkiemen en uit te groeien tot jonge boompjes.

Het is een vorm van natuurlijke timing, een ritme dat niet gestuurd wordt door de kalender, maar door innerlijke wijsheid van de boom, door weersomstandigheden, door subtiele signalen in de bodem en lucht.

 

Sommige biologen vermoeden dat bomen via chemische stoffen met elkaar communiceren, dat ze hun energie sparen en dan gezamenlijk loslaten in een explosie van vruchtbaarheid. Anderen wijzen op de invloed van een warme lente of een droge zomer als mogelijke triggers. Maar wat het ook is, het blijft een wonderlijk samenspel van ecologie, intuïtie en ritme.

 

In volkswijsheden leeft het mastjaar al eeuwenlang voort. Er wordt gezegd: “Veel eikels, strenge winter.” Of: “Als de bomen zwaar dragen, komt de kou vroeg.”

Zulke spreuken zijn geen harde wetenschap, maar ze weerspiegelen een diepe verbondenheid met de seizoenen. De oude boeren en herders observeerden de natuur met een open hart en trokken daaruit hun voorspellingen.

Soms kloppen ze, soms niet, maar ze nodigen ons uit om aandachtig te kijken, om de taal van het landschap te leren verstaan.

Vanuit antroposofisch oogpunt zou je kunnen zeggen dat een mastjaar het uitademen is van de boomwereld. Na jaren van inhouden, van innerlijke groei en voorbereiding, komt er een moment van expressie, van geven.

De boom deelt zijn essentie, zijn potentieel, met de aarde. En wij mogen getuige zijn van dat gebaar. Het herinnert ons eraan dat overvloed niet altijd gepland is, maar soms voortkomt uit een innerlijke noodzaak, een impuls van de ziel van de natuur.

 

Voor wie werkt met bijen, kruiden en rituelen, is een mastjaar een uitnodiging. Het is een tijd om te verzamelen, te danken, te delen. Misschien is het ook een moment om stil te staan bij onze eigen cycli van geven en ontvangen.

Wat hebben wij opgeslagen, wat mogen wij nu loslaten? Welke zaden willen wij planten, niet alleen in de aarde, maar ook in ons leven?

 

Dus als je dit jaar onder de eiken loopt en je voeten knarsen over de eikels, weet dan: je bent deel van een groter verhaal.

Een verhaal van ritme, van wijsheid, van natuur die spreekt.

En misschien, heel misschien, fluistert de wind je toe dat er een koude winter aankomt.

Maar belangrijker nog: dat er leven in overvloed is, en dat de aarde nooit vergeet te geven.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.