Mastjaar, De ritmiek van overvloed en het fluisteren van de bomen

Gepubliceerd op 3 oktober 2025 om 11:36

Dit najaar lijkt de aarde zelf te spreken. Onder de eiken ligt een tapijt van eikels, alsof de bomen hun vruchtbaarheid niet langer kunnen bedwingen. Tijdens mijn wandelingen valt het me op: de eik viert feest. En steeds vaker duikt het woord op — mastjaar. Een term die klinkt als een oud geheim, een fluistering uit het bos.

Een mastjaar is een bijzonder moment waarin bomen en struiken, vooral soorten als eik, beuk, hazelaar en kastanje, in één seizoen uitzonderlijk veel zaden en vruchten afwerpen. Het is geen jaarlijks ritueel, maar een grillige, mysterieuze beslissing van de natuur. Soms gebeurt het eens in de drie tot zes jaar, soms met langere tussenpozen. En wanneer het gebeurt, lijkt het alsof de bomen het onderling hebben afgesproken: plots dragen ze samen overvloed, alsof ze een collectieve impuls volgen die ons mensen ontgaat.

In de natuur heeft deze uitbundigheid een diepere betekenis. Door in één seizoen zoveel zaden te produceren, raken zaadetende dieren verzadigd. Ze kunnen onmogelijk alles opeten. Zo krijgen meer zaden de kans om te ontkiemen en uit te groeien tot jonge boompjes. Het is een vorm van natuurlijke timing, een ritme dat niet gestuurd wordt door de kalender, maar door innerlijke wijsheid van de boom, door weersomstandigheden, door subtiele signalen in de bodem en lucht.

Wat me raakt, is hoe deze ritmiek zich niet beperkt tot de eik. Ook beuken, hazelaars, kastanjes en zelfs struiken zoals meidoorn en lijsterbes kennen hun eigen mastjaren. Elk met hun eigen cyclus, hun eigen moment van geven. Soms overlappen ze, soms wisselen ze elkaar af in een soort ecologische choreografie. Het is geen symbiose in de klassieke zin, maar wel een afstemming — een dans van timing en ritme, waarin elke soort haar eigen stem laat horen, zonder de ander te verstoren.

Vanuit antroposofisch oogpunt zou je kunnen zeggen dat een mastjaar het uitademen is van de boomwereld. Na jaren van inhouden, van innerlijke groei en voorbereiding, komt er een moment van expressie, van delen. De boom schenkt haar essentie aan de aarde. En wij mogen getuige zijn van dat gebaar. Het herinnert ons eraan dat overvloed niet altijd gepland is, maar soms voortkomt uit een innerlijke noodzaak, een impuls van de ziel van de natuur.

Misschien is het daarom dat ik dit jaar de onweerstaanbare neiging voel om juweeltjes te maken van eikelhoedjes. Ze liggen daar, als kleine kommetjes van potentieel, perfect gevormd, vol symboliek. Mijn handen reiken ernaar, niet alleen om te verzamelen, maar om te eren. Elk hoedje wordt een drager van het seizoen, een amulet van herfstenergie, een fluistering van het bos.

In oude volkswijsheden leeft het mastjaar al eeuwenlang voort. “Veel eikels, strenge winter,” zegt men. Of: “Als de bomen zwaar dragen, komt de kou vroeg.” Zulke spreuken zijn geen harde wetenschap, maar ze weerspiegelen een diepe verbondenheid met de seizoenen. De oude boeren en herders observeerden de natuur met een open hart en trokken daaruit hun voorspellingen. Soms kloppen ze, soms niet, maar ze nodigen ons uit om aandachtig te kijken, om de taal van het landschap te leren verstaan.

En wat brengt dit jaar? In Vlaanderen is 2025 een rijk mastjaar voor de eik. Beuken lijken dit jaar rustiger, kastanjes matig, hazelaars wisselend. Volgend jaar zou de beuk kunnen uitpakken, als ze dit jaar gespaard heeft. Maar niets is zeker. Mastjaren zijn geen vaste cycli, maar golven van vruchtbaarheid die door het landschap trekken, boom na boom, soort na soort.

Misschien is het tijd om een eigen mastdagboek te beginnen. Elk jaar noteren welke bomen vrucht dragen, welke dieren je ziet, welke impulsen je voelt. Zo bouw je een levende kennisbank op, geworteld in jouw plek, jouw ritme, jouw verbinding met het landschap.

Want als de bomen spreken, en jij luistert, ontstaat er iets bijzonders. Een verhaal van ritme, van geven en wachten, van natuur die haar geheimen deelt. En jij, als maker, als Tuinranger, als verbinder, mag dat verhaal vormgeven. In juweeltjes, in zeepjes, in woorden. In alles wat leeft tussen herfstblad en winterlicht.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.